Clublied

De Blauwvoet

   


Nu het lied der Vlaamse zonen,

Nu een dreunend kerelslied,

Dat in wilde noordertonen

Uit het diepste ons herten schiet.


Keerzang:

Ei! het lied der Vlaamse zonen,

Met zijn wilde noordertonen,

Met het oude Vlaams Hoezee.

Vliegt de blauwvoet? Storm op zee!


't Wierd gezeid dat Vlaanderen groot was,

Groot scheen in der tijden wolk,

Maar dat Vlaanderland nu dood was,

En het vrije kerelsvolk.


Weg de bastaards, weg de lauwaards.

Ons behoort het noorderstrand,

Ons de kerels, ons de Klauwaards,

Leve God en Vlaanderland!




Albrecht Rodenbach (1875)